maandag 25 oktober 2010

Recht op terugkeer Palestijnse fabel?

24 oktober 2010


Een van de belangrijkste redenen dat de Palestijnse Autoriteit Israël niet als Joodse staat wil erkennen, is dat men dan eigenlijk ook erkent dat de Palestijnse vluchtelingen niet naar Israël kunnen terugkeren. Men erkent dus dat dit zogenaamde 'recht op terugkeer' niet samengaat met de idee van twee staten voor twee volken, ofwel een werkelijke tweestatenoplossing. In het verleden hebben PLO leiders ook letterlijk gezegd dat ze met dit 'recht op terugkeer' Israël van binnenuit willen verslaan.
Fatah stelde eind jaren '90 op haar website:

To us, the refugees issue is the winning card which means the end of the Israeli state.

Dat was ook altijd het idee van de Arabische Liga, die de vluchtelingen al ruim 60 jaar grotendeels in ghetto's laten leven, als vreemdelingen zonder thuis.


Sir Alexander Galloway, in 1952 UNRWA hoofd in Jordanië verklaarde destijds:

It is perfectly clear than the Arab nations do not want to solve the Arab refugee problem. They want to keep it as an open sore, as an affront against the United Nations, and as a weapon against Israel. Arab leaders don't give a damn whether the refugees live or die.

Het is opvallend dat bijna geen enkele van de zogenaamde sympathisanten van de Palestijnen de behandeling van de vluchtelingen in de Arabische wereld bekritiseert. Men vindt het volkomen logisch dat als een vluchteling vijf jaar in Nederland woont en zijn kinderen hier op de basisschool zitten diegene niet meer teruggestuurd mag worden tegen zijn zin en in Nederland een permanente verblijfsvergunning met alle bijbehorende rechten moet krijgen, maar dat Palestijnen zulke rechten na 60 jaar nog niet krijgen omdat dat zogenaamd hun Palestijnse identiteit zou aantasten, daarmee heeft men geen probleem, want Israël heeft het probleem veroorzaakt. Dat is alsof je een onheuse bejegening van vluchtelingen hier niet erg vindt want het was de regering van Soedan/Congo/Somalië (of een van de gewapende groeperingen aldaar) die het probleem veroorzaakte, niet wij. Veel apologeten van de Palestijnen zijn geen echte sympathisanten van de Palestijnen, omdat men het alleen erg schijnt te vinden wanneer Joden de Palestijnen iets aandoen. Men is het met de UNRWA en vluchtelingenorganisaties eens dat het probleem bij Israël ligt dat de nakomelingen van de vluchtelingen maar niet binnen wil laten, en dat ze dus maar in kampen moeten blijven zitten totdat Israël ertoe gedwongen kan worden dat wel te doen, hoe lang dat ook gaat duren. Dat dit niet alleen een oplossing ernstig bemoeilijkt, maar ook veel leed betekent voor miljoenen vluchtelingen, neemt men op de koop toe. Daar heb je immers principes voor.

Israël heeft, vooral in de jaren '70, een paar keer geprobeerd om de vluchtelingen in het door haar gecontroleerde gebied uit de kampen te krijgen en permanente huisvesting te bieden, maar dit werd altijd direct veroordeeld door de VN, UNRWA en natuurlijk de PLO. Zo stelde de VN naar aanleiding van zo'n poging in een resolutie:

1. Calls once more upon Israel to desist from removal and resettlement of Palestinian refugees in the Gaza Strip and from destruction of their shelters;

2. Requests the Secretary-General, after consulting with the Commissioner-General of the United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East, to report to the General Assembly by the opening of the thirty-fifth session on Israel's compliance with paragraph 1 above.
( UN A/RES/34/52(A-F) 23 November 1979 )


Tot slot nog wat over waarom er helemaal geen recht op terugkeer bestaat en VN resolutie 194 daar niet toe oproept, en het géén onderdeel is van het internationale recht.
Resolutie 194 werd aangenomen in september 1948, kort nadat graaf Folke Bernadotte, die namens de VN probeerde een oplossing voor het conflict te vinden, door Joodse extremisten was vermoord. Bernadotte had in de zomer al voorstellen gedaan om een deel van Israël alsnog aan de Arabieren te geven, en zou binnenkort nieuwe plannen voorleggen namens de VN. De resolutie ging niet in de eerste plaats over de vluchtelingen, maar stelde verschillende zaken aan de orde. Hij werd aangenomen door de algemene vergadering en is daarom niet bindend. Omdat hij erkenning van Israël impliceerde, werd hij door alle Arabische staten verworpen. Pas in sectie 11 werd over de vluchtelingen gesproken:

Resolves that the refugees wishing to return to their homes and live at peace with their neighbours should be permitted to do so at the earliest practicable date, and that compensation should be paid for the property of those choosing not to return and for loss of or damage to property which, under principles of international law or in equity, should be made good by the Governments or authorities responsible;

Wat opvalt is dat men hier niet van "Palestijnse" vluchtelingen spreekt, dat niet van een recht wordt gesproken en dat expliciet wordt gesteld dat ze in vrede moeten willen leven met hun buren. Dat is geen toeval. Hoewel de resolutie waarschijnlijk is beïnvloed door woede over de moord op Bernadotte, heeft men de voorstellen die hij wilde doen niet overgenomen. Hij had voorgesteld:

“the right of the Arab refugees to return to their homes in Jewish-controlled territory at the earliest possible date... and their repatriation, resettlement and economic and social rehabilitation, and payment of adequate compensation for the property of those choosing not to return..."
(Progress Report of the United Nations Mediator on Palestine, UN Doc. A/648 16 September, 1948)

Het lijkt dus duidelijk dat in resolutie 194 geen 'recht op terugkeer' wordt erkend, anders had men de tekst van Bernadotte niet aangepast. Resolutie 194 werd tot 1988 door de Arabische staten en de Palestijnen afgewezen, omdat men Israël niet erkende. In 1988 zei Arafat in een speech dat hij resolutie 242 en 194 accepteerde, wat algemeen werd aangenomen als erkenning van Israël, hoewel hij dat zelf ook weer vaak ontkende.

Ook andere internationale verdragen erkennen geen recht op terugkeer. Ami Isseroff schrijft hierover:

Advocates of the Palestinian cause claim support from international laws and conventions applicable to refugees in general. However, examination of refugee conventions shows that precisely the opposite is true. For example, the Convention relating to the Status of Refugees of 1951, states:

"This Convention shall not apply to persons who are at present receiving from organs or agencies of the United Nations other than the United Nations High Commissioner for Refugees protection or assistance."

That excludes Palestinian refugees who are receiving aid separately from the UNRWA. The same convention states:

"E. This Convention shall not apply to a person who is recognized by the competent authorities of the country in which he has taken residence as having the rights and obligations which are attached to the possession of the nationality of that country."

Palestinian refugees in Jordan have obtained Jordanian nationality. About 1.5 million such "refugees" are included in official UN tallies of Palestinian refugees. Numerous Palestinians living in the United States have obtained United States citizenship, but claim "right of return." None of them would be eligible for refugee status under ordinary international law.

Israel has allowed more than 50,000 refugees to return to Israel under a family reunification program. Arabs who lost property in Israel are eligible to file for compensation from Israel's Custodian of Absentee Property. As of the end of 1993, a total of 14,692 claims had been filed. Claims were settled for more than 200,000 dunams of land, more than 10,000,000 NIS (New Israeli Shekels) had been paid in compensation, and more than 54,000 dunams of replacement land had been given in compensation. No compensation has ever been paid to any of the more than 600,000 Jewish refugees from Arab countries, who were forced to leave and abandon their property.


Niet alleen is het zogenaamde 'recht op terugkeer' niet verankerd in internationaal recht, het gaat in tegen het Joodse recht op zelfbeschikking, een recht dat wel is verankerd in het internationale recht. Dit recht wordt tot op vandaag ontkend door de 'gematigde' Palestijnse Autoriteit en de PLO, die ontkennen dat de Joden een volk zijn en hun binding met het land Israël/Palestina ontkennen. Het is dus niet Israël dat het internationale recht schendt door de vluchtelingen niet toe te laten, maar de PA door dit te blijven eisen en daarmee welbewust probeert een einde te maken aan de Joodse zelfbeschikking.

Ratna Pelle


NB: nadat ik dit en het vorige artikel had geschreven, zag ik vandaag (zaterdag) twee artikelen op de Jerusalem Post en Hudson New York over de vluchtelingenkwestie. Khaled Abu Toameh betoogt net als ik dat de wens tot terugkeer de vrede in de weg staat en dat de Palestijnen daarom duidelijk gemaakt moet worden dat die eis niet reëel is. Hij pleit voor het instellen van een internationaal fonds en meent dat zowel de Arabische staten als Westerse landen bereid moeten zijn vluchtelingen op te nemen. Uiteraard moeten zij die dat willen zich in de te vormen Palestijnse staat kunnen vestigen. Hij schrijft:

The issue of the Palestinian refugees can be solved only when a courageous Arab or Palestinian leader confronts them with the truth. As long as the refugees are being fed with false hopes, there can be no solution.

Helaas wordt dit probleem geheel overschaduwd door alle eenzijdige aandacht voor de nederzettingen. De Jerusalem post citeert Andrew Whitley, die binnenkort zal vertrekken als directeur van de UNRWA vertegenwoordiging in New York. Hij meent eveneens dat de Palestijnen ermee moeten worden geconfronteerd dat maar een klein deel van de vluchtelingen zal kunnen terugkeren naar Israël en dat er een discussie moet komen onder Palestijnen over de toekomst van de vluchtelingen:

"We recognize, as I think most do, although it’s not a position that we publicly articulate, that the right of return is unlikely to be exercised to the territory of Israel to any significant or meaningful extent," he said. "It’s not a politically palatable issue, it's not one that UNRWA publicly advocates, but nevertheless it's a known contour to the issue."

Het is uitzonderlijk dat iemand die bij de UNRWA betrokken is zich in dergelijke bewoordingen uitlaat. Waarschijnlijk kan hij wat vrijer praten nu toch al vast staat dat hij binnenkort vertrekt. Ik heb er nog niks over in de Nederlandse pers gevonden, daarvoor is zo'n man natuurlijk niet belangrijk genoeg, en Abu Toameh wordt ook hardnekkig genegeerd door de media. Een Palestijn die pro-Israël is, is duidelijk een stuk minder interessant dan een Jood die anti-Israël is.

De informatie in dit artikel komt gedeeltelijk uit: Right of Return of Palestinian Refugees.

Zie ook: BACKGROUNDER: The Palestinian Claim to a “Right of Return”

En: Palestijnse en Joodse vluchtelingen in het Midden-Oosten
Israël, de Palestijnen en de Verenigde Naties

Geen opmerkingen:

Een reactie posten